Verslag bijeenkomst januari 2003


Ignace Leus, Departementsdirecteur LCM.
Pijnpatiënten en het Vlaams Fonds.

Als inleiding werd "Het verhaal van Kaat voorgelezen"
Ignas Leus reageerde op het verhaal met de woorden: "Je zou er stil van worden". Het is dan ook een verhaal dat niet te herschrijven is, het verhaal dat blijft voor altijd wat het is. MAAR TOCH moet het mogelijk zijn, om de sociale gevolgen, de maatschappelijke gevolgen, de financiële gevolgen te verbeteren.
En is nu net niet het VLAAMS FONDS dat hier een rol kan spelen?
En dan kwam de onvermijdelijke vraag: HOE KUNNEN WIJ DAAR GEHOLPEN WORDEN ?
Ignas Leus heeft dan ook wel zeer goed zijn best gedaan om ons de toegang tot het Fonds te tonen, er wel aan toevoegend dat de toegang wel nauw is. Maar eens die toegangspoort gepasseerd zijn er wel tal van mogelijkheden om hulp en ondersteuning te krijgen.
Wij willen U dan ook graag de ruime informatie die Ignas ons heeft achtergelaten meegeven.
De definitie van het begrip "handicap" en de rechthebbenden van het Vlaams Fonds.
Definitie van het begrip "handicap".
In het oprichtingsdecreet van het Vlaams Fonds wordt een handicap gedefinieerd als :
"Elke langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot sociale integratie van een persoon ten gevolge van een aantasting van de mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke mogelijkheden".
Deze formulering heeft reeds veel stof tot discussie gegeven, vooral over de zogenaamde "grijze zone". Bij sommige personen met een handicap kan men twijfelen of hun kansen op normaal maatschappelijk verkeer wel degelijk in belangrijke mate beperkt zijn. Ook stelt men soms vast dat bepaalde beperkingen niet het rechtstreeks gevolg zijn van een stoornis in de persoon zelf.
Beperking en stoornis.
Volgens de actuele opvattingen wordt een handicap omschreven als een stoornis die leidt tot een beperking in het maatschappelijk functioneren. Men stapt dus af van een strikt medische evaluatie, de mens wordt globaal beschouwd. Een stoornis is de afwezigheid of afwijking van een lichamelijke of geestelijke functie of structuur. Ze leidt tot een beperking op het vlak van normale menselijke activiteiten, zoals gaan of zien. Hoe beperkter het vermogen om bepaalde activiteiten uit te voeren, hoe lager de kansen op
maatschappelijke integratie.
Langdurig en ernstig.
Voorwaarde is dat het gaat om een langdurige beperking. Mensen die na een operatie tijdelijk moeite hebben om zich te verplaatsen kunnen dus geen beroep doen op het Vlaams Fonds. Ook jongeren met leermoeilijkheden, die terecht kunnen in het Buitengewoon Onderwijs, horen niet automatisch tot de doelgroep. Bovendien moet de langdurige beperking "een zekere graad van ernst" hebben om te leiden tot een handicap zoals bepaald in het decreet. Dit is echter een vaag begrip. De evaluatie wordt toevertrouwd aan het multidisciplinair team dat het dossier opstelt en aan de Provinciale Evaluatiecommissies, die eveneens multidisciplinair zijn samengesteld.
Aantasting van de mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke mogelijkheden.
De beperking moeten dus het gevolg zijn van een stoornis in een persoon zelf. Zijn maatschappelijke integratie kan uiteraard ook belemmerd worden doordat hij een laag opleidingsniveau heeft, deel uitmaakt van een minderheidsgroep, of opgevoed werd in een probleemgezin. In dit geval kan men dus niet aankloppen bij het Vlaams Fonds, maar zo nodig wél een beroep doen op algemene welzijnsvoorzieningen of andere gespecialiseerde diensten.
Rechthebbenden van het Vlaams Fonds.
Het decreet op het Vlaams Fonds geldt voor personen met een handicap die nog geen 65 zijn op het ogenblik dat zij hun beschrijving aanvragen. Personen die echter voor hun 65ste zijn ingeschreven, kunnen achteraf een beroep blijven doen op het Fonds.
Een tweede voorwaarde is dat men effectief in België verblijft : ofwel ononderbroken tijdens de laatste 5 jaar, ofwel gedurende in totaal 10 jaar in de loop van heel zijn leven. Voor minderjarigen en gelijkgestelden dienen de verblijfsvoorwaarden vervuld te zijn in de persoon van hun wettelijke vertegenwoordiger.
Van deze algemene verblijfsvoorwaarde wordt echter afgeweken voor personen uit de volgende categorieën :
· Belgen.
· De meeste onderdanen van lidstaten van de Europese Unie.

· Erkende politieke vluchtelingen en staatlozen.
· Andere personen die recht (zouden kunnen) hebben op verhoogde kinderbijslag.
· Alle minderjarigen die door de jeugdrechter toevertrouwd zijn aan een instelling, erkend door het Fonds, of die door het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg doorverwezen worden naar een erkend observatiecentrum.
Veelgestelde vragen over individuele materiële bijstand.
Verklarende woordenlijst.
Hier vindt U de verklaring van enkele begrippen die vermeld worden in de vragen en antwoorden.
Datum tenlasteneming : dit is de datum waarop U effectief hulpmiddelen kunt aankopen die in aanmerking kunnen komen voor terugbetaling door het Vlaams Fonds.
Functiebeperking : hiermee wordt bedoeld op welk niveau de handicap zich voordoet. Bijvoorbeeld op het vlak van de onderste ledematen, bovenste ledematen, zicht, gehoor, . . . ?
Interventieniveau : met functiebeperking wordt bedoeld of de hulpmiddelen ter vervanging of ter aanvulling gebruikt worden.
Functioneringsdomein : het functioneringsdomein is de wijze waarop de hulpmiddelen gebruikt worden. Bijvoorbeeld op het vlak van mobiliteit, communicatie, aanpassing aan de woning ?
Refertebedrag : elk hulpmiddel dat voorkomt in de refertelijst is voorzien van een bedrag. Dit is het refertebedrag.
Vragen.
1) Wat moet ik doen om een tussenkomst te krijgen voor hulpmiddelen ?
2) Is een multidisciplinair team verplicht mijn dossier te behandelen ?
3) Waarom moet ik opnieuw naar een multidisciplinair team voor het opmaken van een nieuw dossier ?
4) Wat is de rol van het Kennis- en Ondersteuningscentrum (KOC) ?
5) Wat gebeurt er nadat het multidisciplinair verslag is overgemaakt aan het Vlaams Fonds ?
6) Wat is een bijstandskorf ?
7) Mijn hulpmiddel staat niet in de refertelijst ? Kan ik dat toch krijgen ?
8) Wat kan ik doen als ik niet akkoord ga met de beslissing van de administratie of van de Provinciale Evaluatiecommissie ?
9) Vervalt mijn lopende beslissing door de invoering van de nieuwe regelgeving ?

10) Mijn toestand en behoefte wijzigen. Wat kan ik doen om aan deze
nieuwe behoefde te voldoen ?

11) Kom ik bij het Vlaams Fonds in aanmerking voor een rolwagen ?
12) Komen personen met een mentale handicap in aanmerking voor
hulpmiddel ?

13) Wat kan ik doen als ik een overschot heb op een bepaald hulpmiddel ?
14) Moet ik zelf nog een bijdrage betalen ?
15) Komen hulpmiddelen die aangekocht werden voor de datum waarop ik
mijn aanvraag deed in aanmerking voor terugbetaling ?

16) Hoe gebeurt de betaling ?
Antwoorden
Wat moet ik doen om een tussenkomst te krijgen voor hulpmiddelen?
Wanneer U een hulpmiddel nodig hebt moet U zich tot een gespecialiseerd multidisciplinair team (IMB-MDT) wenden. Dit team zal U adviseren en begeleiden tijdens de hele procedure en ook daarna. Het adviseren houdt in dat het team met U zal kijken naar welke hulpmiddelen U nodig hebt, en met welke hulpmiddelen U het best geholpen bent. Dit advies wordt neergeschreven in verschillende adviesrapporten die, samen met het multidisciplinair verslag, aan het Vlaams Fonds worden overgemaakt. Via volgende link bereikt U de lijst van gespecialiseerde multidisciplinaire teams die U kunnen bijstaan bij het aanvragen van een tussenkomst voor hulpmiddelen.
Is een multidisciplinair team verplicht mijn dossier te behandelen ?
Een miltidisciplinair team is niet verplicht uw dossier te behandelen. Een team is er echter aan verbonden U gericht door te verwijzen naar een team dat U wel kan en wil verder helpen.
Waarom moet ik opnieuw naar een multidisciplinair team voor het opmaken van een nieuw dossier ?
De huidige regelgeving voorziet in een uitgebreide advisering. Deze advisering is nodig om U te helpen de meest geschikte hulpmiddelen te vinden. Het multidisciplinair team zal samen met U een lijst opstellen van hulpmiddelen die U in de komende 4 jaar nodig kunt hebben. Voor elk hulp-middel moet de doeltreffendheid, doelmatigheid, gebruiksfrequentie en meerkost aangetoond worden. Dit gebeurt in de adviesrapporten die voor de aangevraagde hulpmiddelen opgemaakt worden. Eens uw dossier opgemaakt is hoeft U niet meer voor elke aankoop naar het team te gaan.
Wat is de rol van het Kennis- en Ondersteuningscentrum (KOC) ?
Wanneer een multidisciplinair team niet genoeg expertise heeft, kan het zich steeds wenden tot het Kennis- en Ondersteuningscentrum (KOC). Het KOC staat in voor de informatieverspreiding en de ondersteuning van adviesverlening over hulpmiddelen en aanpassingen. Wanneer ook het KOC niet beschikt over de nodige expertise dan kan het een erkend expert inschakelen. Momenteel zijn deze experts nog niet erkend. Het Vlaams Fonds betaalt voor een expert een maximum van € 210.
Wat gebeurt er nadat mijn dossier is overgemaakt aan het Vlaams Fonds ?
Na het opmaken van een multidisciplinair verslag en de adviesrapporten zal het dossier voorgelegd worden aan de Provinciale Evaluatiecommissie (PEC). Deze commissie zal eerst kijken of U tot de doelgroep van het Vlaams Fonds behoort. Als U tot onze doelgroep behoort dan zal deze commissie het volgende beslissen.
-Of de hulpmiddelen functies van het lichaam vervangen of aanvullen.
-Waar de handicap zich situeert (onderste ledematen, bovenste ledematen, gehoor, zicht, . . ., of combinaties).
-Waarvoor de hulpmiddelen gebruikt worden (mobiliteit, communicatie, ?).
Het Vlaams Fonds zal dan overgaan tot het samenstellen van uw bijstands-korf. Het onderzoekt hiervoor de motiveringen in het adviesrapport. Deze motivering moet de doelmatigheid, doeltreffendheid, gebruiksfrequentie en de meerkost van het gevraagde hulpmiddel aantonen. Hierna zal het Vlaams Fonds een bijstandskorf samenstellen.
Wat is een bijstandskorf ?
Een bijstandskorf is het geheel van de U toegekende hulpmiddelen. Aan deze bijstandskorf wordt een bedrag verbonden. Dit bedrag is samengesteld uit de opstelling van de waarde van de verschillende hulpmiddelen. De waarde van deze hulpmiddelen wordt bepaald in de refertelijst bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001.
Wat als mijn hulpmiddel niet in de refertelijst staat ?
Hulpmiddelen die niet in de refertelijst opgenomen zijn kunnen ook in aanmerking komen voor tussenkomst. Deze hulpmiddelen worden voorgelegd aan de Bijzondere Bijstandscommissie (BBC). Als de BBC een gunstige beslissing neemt dan wordt het hulpmiddel toegevoegd aan de bijstandskorf. Ook over hulpmiddelen die duidelijk duurder zijn dan het voorziene refertebedrag kan deze commissie een uitspraak doen. Hiervoor moet U in overleg met uw gespecialiseerd multidisciplinair team een gemotiveerde aanvraag indienen. De commissie zal dan oordelen of uw situatie recht geeft op een hogere tussenkomst.
Wat kan ik doen als ik niet akkoord ga met de beslissing van de administratie of van de Provinciale Evaluatiecommissie ?
U kan tegen beslissingen genomen door de Provinciale Evaluatiecommissie of door de administratie in heroverweging of in beroep gaan. In elke beslissing die het Vlaams Fonds stuurt wordt nadrukkelijk vermeld wat U moet doen. Er wordt ook vermeld hoe en binnen welke termijnen dit moet gebeuren. Lees daarom de beslissingen aandachtig.
Vervalt mijn lopende beslissing door de invoering van de nieuwe regelgeving ?
Indien U een lopende beslissing zonder einddatum heeft dan blijft deze gewoon doorlopen. Als U geen nieuw hulpmiddel nodig heeft dan hoeft U geen nieuwe aanvraag te doen om de tussenkomst te blijven ontvangen. Als U dus een tegemoetkoming krijgt voor incontinentiemateriaal dan blijft deze gewoon doorlopen. Wanneer U echter een aanvraag doet voor een ander hulpmiddel dan zal het incontinentiemateriaal opnieuw bekeken worden en in de bijstandskorf worden opgenomen.
Mijn toestand en behoefte wijzigen. Wat kan ik doen om aan deze nieuwe behoefte te voldoen ?
Als er zich een wijziging in uw toestand, uw omgeving of uw behoefte voordoet dan kan U een herziening van uw bijstandskorf aanvragen. Hiervoor wendt U zich opnieuw naar uw gespecialiseerd multidisciplinair team.
Als de bij de herziening aangevraagde hulpmiddelen onder de reeds toegekende combinatie(s) van functiebeperking, interventieniveau en functioneringsdomein vallen dan hoeft de aanvraag niet meer voor de Provinciale Evaluatiecommissie te komen. De administratie kan dan meteen de doelmatigheid, doeltreffendheid, gebruiksfrequentie en de meerkost van de hulpmiddelen onderzoeken. Bij een herziening is de datum tenlasten-neming de eerste van de maand waarin de herziening aangevraagd werd.
Kom ik bij het Vlaams Fonds in aanmerking voor een rolwagen ?
Het Vlaams Fonds is residuair. Dit betekent dat als een andere dienst of instantie een volledige of gedeeltelijk terugbetaling doet, het Vlaams Fonds niet zal tussenkomen, of minder zal tussenkomen dan voorzien. Dit geldt vooral voor tussenkomsten voor rolstoelen.
In de eerste plaats zijn rolwagens een bevoegdheid van de ziektever-zekering. U moet een rolstoel altijd eerst aanvragen bij het ziekenfonds. Als het ziekenfonds een tussenkomst voor de gevraagde rolwagen weigert kan het Vlaams Fonds eventueel tussenkomen. Voor meer informatie hierover neemt U het best contact op met het ziekenfonds, of met onze provinciale af-delingen.

Komen personen met een mentale handicap in aanmerking voor hulpmiddelen ?
Personen met een mentale handicap komen in aanmerking voor hulpmiddelen. De Provinciale Evaluatiecommissie kijkt naar het functieverlies en niet zozeer naar de lichamelijke beperkingen. De administratie onderzoekt de doelmatigheid, doeltreffendheid, gebruiksfrequentie en meerkost van het
gevraagde hulpmiddel. Als voorbeeld kan een tandem genomen worden. Een persoon met enkel een mentale handicap kan fietsen omdat hij geen motorische beperkingen heeft. Een tekort aan veiligheidsbesef op de openbare weg zorgt er echter voor dat hij dit niet kan. Dit is functieverlies van de onderst ledematen. Een tandem kan in dit geval zeker gemotiveerd worden.
Wat kan ik doen als ik een overschot heb op een bepaald hulpmiddel?
Als U een overschot gecreëerd hebt op een hulpmiddel of aanpassing kan U dit voor volgende zaken gebruiken :
-Om een hulpmiddel dat opgenomen is in uw bijstandskorf aan te kopen een duurdere prijs dan het refertebedrag ;
-Om een hulpmiddel aan te kopen, te huren of te leasen dat niet in uw bijstandskorf zit, maar valt binnen de U toegekende combinatie(s) van functiebeperking, interventieniveau en functioneringsdomein ;
-Om een mogelijke meerkost voor een expert te betalen. Sommigen experts vragen een hoger bedrag dan de € 210. Het Vlaams Fonds betaalt echter maximaal € 210.
Moet ik zelf nog een bijdrage betalen ?
Vroeger moest U zelf, als persoon met een handicap, 10 % van het hulp-middel bijdragen (met een maximum van 74,37 euro). Binnen de regel-geving die nu van kracht is dit niet langer opgenomen. U moet dus zelf geen bijdrage meer betalen. - 12-
Komen hulpmiddelen die aangekocht werden voor de datum waarop ik mijn aanvraag deed in aanmerking voor terugbetaling ?
Binnen de huidige regelgeving is het belangrijk om eerst de aanvraag te doen. Facturen met datum voor de datum tenlasteneming komen niet meer in aanmerking voor terugbetaling. De idee van de huidige regelgeving bestaat erin eerst advies te vragen om daarna het meest geschikte hulpmiddel aan te kopen. Doet U echter voor de eerste maal een aanvraag voor hulpmiddelen dan kan U uitzonderlijk een hulpmiddel terugbetaald krijgen tot één jaar voor de datum van de aanvraag.

Hulpmiddelen en aanpassingen :
Individuele materiële bijstand (IMB)
Belangrijk :
Sinds 1 januari 2002 is de regelgeving inzake individuele Materiële Bijstand veranderd. Het Besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1992 en de bijlage daarbij, zijn niet langer van toepassing voor aanvragen tot tussen-komst in de kosten van aanpassingen en materiële hulp. In plaats daarvan komt het Besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 2001.
Dit heeft, onder andere, een belangrijk gevolg voor het moment waarop hulpmiddelen voor terugbetaling in aanmerking komen. Tot 31/12/2001 was het mogelijk om een aanvraag om terugbetaling in te dienen tot 1 jaar nadat het hulpmiddel was aangekocht. Sinds 1 januari 2002 is dit niet meer mogelijk. Vanaf dan moet de aanvraag tot terugbetaling gebeuren voor de aankoop. Enkel mensen die voor de eerste maal hulpmiddelen aanvragen, kunnen bij wijze van uitzondering hulpmiddelen aankopen tot maximum 1 jaar voorafgaand aan hun aanvraag.
Hoe gebeurt de betaling ?

Als U een gunstige beslissing ontvangen heeft dan stuurt U gewoon de originele facturen die in aanmerking komen voor terugbetaling door naar uw provinciale afdeling. De provinciale afdeling zal dan de betaling uitvoeren. Als de factuur een hoger bedrag heeft dan het voorziene refertebedrag voor het hulpmiddel dan kan U de provinciale afdeling vragen om de betaling te beperken tot het refertebedrag. Als U dit niet vraagt zal de provinciale af-deling automatisch het hele bedrag terugbetalen. Dit houdt in dat U op dat
moment inteert op de bedragen van de andere hulpmiddelen die opgenomen zijn in uw bijstandskorf. Als U een overschot wil creëren dan kan U de provinciale afdeling ook vragen om de betaling te beperken tot het bedrag van uw keuze. Als U de betaling wil beperken dan moet U dit wel schriftelijk bevestigen.
OPGEPAST ! !

Vanaf 19 juli 2002 is het besluit licht gewijzigd.
Onderaan deze pagina kunt U lezen wat precies veranderd is !
U kan ook nog steeds uw ervaring en opmerkingen kwijt over de nieuwe regelgeving. Hiervoor kan U terecht op ons via ons special reactieformulier.
Op deze pagina vindt U . . .
- Voor welke hulpmiddelen en aanpassingen het Vlaams Fonds kan tussenkomen in de kosten.
-Wat U moet doen om een eventuele tussenkomst te verkrijgen, en hoe de procedure verloopt.
-Hoe het budget voor materiële bijstand kan besteed worden.
-Wanneer het Vlaams Fonds kan tussenkomen voor een rolstoel.
-Wat de rol is van het Kennis- en Ondersteuningscentrum (KOC) en een link naar de door hun beheerde hulpmiddelendatabank Vlibank.
-Een overzicht van veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ).
-Welke aanpassingen aan het besluit werden gemaakt.
Voor welke hulpmiddelen kan het Vlaams Fonds tussenkomen ?
Het Vlaams Fonds kan onder bepaalde voorwaarden tussenkomen in de kosten van hulpmiddelen, aanpassingen of bijstand. De bedoeling is de beperkingen van een persoon met een handicap daardoor te verminderen of op te heffen, en zo bij te dragen tot zijn sociale integratie.
Concreet kan het Vlaams Fonds kosten terugbetalen die gemaakt werden voor het aanpassen van de woning aan de noden van de persoon met een handicap (ombouwwerken, garagepoortopeners, keukenmeubilair, . . .) en/of die gemaakt werden voor de aanschaf van hulpmiddelen die persoon met een handicap kunnen helpen bij :
-Verplaatsing (rolstoel, aanpassing aan de wagen, witte stok, geleidehond, titoestellen, liften, . . .)
-Communicatie (doventelefoon, doventolken, tv-loupes, braillechrijf-machine, . . .) - 14 -
-Dagelijkse bezigheden (douche- en toiletmateriaal, speciale bedden, speciale tafels, zetels en stoelen, . . .)
-enz. . .
De hulpmiddelen en aanpassingen waarvoor het Vlaams Fonds kan tussenkomen in de kosten, worden beschreven in de refertelijst, een bijlage bij het Besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001. Voor hulpmiddelen die niet vermeld worden in dit besluit of die merkelijk duurder zijn dan het refertebedrag, kan tussenkomst gevraagd worden bij bijzondere bijstands-commissie (BBC).

Onder bepaalde voorwaarden kan het Vlaams Fonds aan werknamers met een handicap bepaalde kosten voor arbeidskledij, arbeidsgereedschap (BVR van 5 april 1995) of verplaatsing van en naar het werk (MB van 27 december 1967) terugbetalen. Ook assistentie door persoonlijke assistenten (PAB) (BVR van 15 december 2000) of doventolken (BVR van 20 juli 1994) op de werkvloer is mogelijk.
Hoe verloopt de procedure ?
Wie een hulpmiddel nodig heeft, moet daarvoor een aanvraag doen bij de Provinciale Afdeling. De Provinciale Afdeling zal de persoon met een handicap een lijst bezorgen met de gespecialiseerde multidisciplinaire teams voor materiële bijstand. Wie voortaan een hulpmiddel nodig heeft, moet namelijk beroep doen op een gespecialiseerd multidisciplinair team individuele materiële bijstand.
Dit team zal de persoon met een handicap niet alleen adviseren over het soort hulpmiddel dat hem of haar het best past, ze zullen hem ook informeren over de andere hulpmiddelen die zij of hij nog kan gebruiken. Zo stelt het team een persoonlijke lijst van hulpmiddelen samen.
Deze lijst wordt dan de aanvraag die bij de provinciale afdeling van het Vlaams Fonds ingediend wordt. Voor elk aangevraagd hulpmiddel dient door het team een adviesrapport opgesteld te worden. Het is belangrijk dat bij de aanvraag wordt duidelijk gemaakt of hulpmiddelen aangevraagd dienen te worden via de Bijzondere Bijstandscommissie. Dit in het geval deze niet op de refertelijst voorkomen of merkelijk duurder zijn dan het voorziene refertebedrag. Ook voor deze hulpmiddelen dient het team een adviesrapport op te stellen.
Het team mag voor dit advies geen vergoeding vragen aan de persoon met een handicap omdat het Vlaams Fonds hiervoor reeds een vergoeding betaalt aan deze gespecialiseerde multidisciplinaire teams. - 15 -
Let op !
Het Vlaams Fonds zal enkel hulpmiddelen terugbetalen die aange-kocht zijn na de datum van de aanvraag. Enkel mensen die voor de eerste maal hulpmiddelen aanvragen, kunnen bij wijze van uitzondering hulpmiddelen aankopen tot maximum 1 jaar voorafgaand aan hun aanvraag.
De Provinciale Evaluatiecommissie (PEC) bekijkt, in het geval van een eerste aanvraag, of de persoon inschrijfbaar is bij het Vlaams Fonds. Als de persoon die de aanvraag doet inschrijfbaar is bij het Vlaams Fonds, zal de PEC interventieniveau's ("aanvulling" of "vervanging"), functiebeperkingen (bv. "beperkingen van de onderste ledematen", "beperkingen van het zicht", . . . en functioneringsdomeinen (bv "mobiliteit", "communicatie", . . .) toekennen.
Het Vlaams Fonds zal op basis van de vraag van de persoon met een handicap, het advies van het gespecialiseerd multidisciplinair team en de beslissing van de PEC een bijstandskorf toekennen.
De korf kan opgebruikt worden over een periode van vier jaar. Zo kan de persoon met een handicap zelf beslissen op welk moment (binnen die periode) hij of zij een hulpmiddel aankoopt. Na vier jaar kan een nieuwe korf aangevraagd worden. Als binnen de periode van vier jaar de behoefte die uit de handicap voortvloeit of de toestand van de aanvrager of zijn omgeving wijzigt, dan kan de bijstandskorf hieraan aangepast worden. Dit noemt men
dan een herziening. Deze dient bij het Vlaams Fonds aangevraagd te worden.
Belangrijk om te onthouden :

-eerst de aanvraag indienen bij een gemachtigd multidisciplinair team.
-dit team stelt de lijst van hulpmiddelen samen, en adviseert de persoon met een handicap.
-de korf is geldig voor een periode van vier jaar, maar kan aangepast worden.
Algemene informatie over inschrijven bij het Vlaams Fonds vindt U onder de rubriek inschrijving.
Hoe kan het budget besteed worden ?
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 legt een grotere ver-antwoordelijkheid bij de persoon met een handicap en zijn omgeving. Zij krijgen immers een budget ter beschikking, dat binnen bepaalde marges
kan worden uitgegeven over een periode van vier jaar.
In de bijstandskorf bevinden zich een aantal hulpmiddelen met telkens een richtprijs, waarvan afgeweken kan worden. Als de persoon met een handicap aan een bepaald hulpmiddel uit zijn bijstandskorf minder uitgeeft dan de richtprijs, dan kan hij / zij ofwel een ander toegekend hulpmiddel aankopen dat duurder is dan de richtprijs ofwel een hulpmiddel aankopen dat niet binnen de toegekende bijstandskorf zit. Voorwaarde voor deze laatste mogelijkheid is wel dat het gaat om een hulpmiddel dat valt binnen de toegekende interventieniveau's, functiebeperkingen en functionerings-domeinen. Het Vlaams Fonds gaat echter nooit méér terugbetalen dan het totale bedrag van de bijstandskorf. De terugbetaling gebeurt nog altijd op basis van facturen die naar het Vlaams Fonds opgestuurd moeten worden.
Er kunnen geen bedragen overgeheveld worden naar de volgende bijstandskorf, die eventueel kan toegekend worden na afloop van de vier jaar.
De persoon met een handicap kan zich ook laten adviseren door het gespecialiseerd multidisciplinair team wat betreft de besteding van het budget. Ook voor dit nazorgprincipe mag het team geen vergoeding vragen aan de persoon met een handicap. Het Vlaams Fonds voorziet immers in een vergoeding aan de teams.
Komt het Vlaams Fonds tussen voor een rolstoel ?
De nieuwe regelgeving verandert niets aan het bestaande stelsel. Het Vlaams Fonds blijft residuair : als een andere dienst of instantie voor de aanpassing
of het hulpmiddel een gedeeltelijke of volledige terugbetaling doet, dan zal
het Vlaams Fonds niet terugbetalen, of minder dan voorzien. Dit geldt vooral voor rolstoelen.
In eerste instantie blijft tussenkomst voor rolstoelen een bevoegdheid van het ziekenfonds. De persoon met een handicap moet een rolstoel altijd eerst aanvragen bij het ziekenfonds. Weigert het ziekenfonds een terugbetaling, dan kan het Vlaams Fonds tussenkomen. Voor meer informatie hierover neemt U best contact op met uw ziekenfonds of met uw provinciale afdeling.
Het Kennis- en ondersteuningscentrum (KOC).
Sinds 1 januari 2002 is bij het Vlaams Fonds het nieuwe kennis- en ondersteuningscentrum (KOC) actief. Dit centrum zal instaan voor de informatieverspreiding en de ondersteuning van de adviesverlening over hulpmiddelen en ergonomische aanpassingen van werkposten voor personen met een handicap. Het KOC werd opgericht volgens de bepalingen in het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001.

Het kennis- en ondersteuningscentrum beheert en onderhoudt ook een hulp-middelendatabank, met name de Vlibank. Als U op zoek bent naar een geschikt hulpmiddel, dan kunt U hierin terecht. De Vlibank is een database die gegevens over meer dan 12.000 hulpmiddelen bevat. Met de versie voor slechtzienden is deze databank ook toegankelijk voor personen met een visuele handicap.
U kunt het KOC bereiken op het telefoonnummer 02 225 86 61 of via e-mail : koc@vlafo.be. Het KOC heeft tevens een eigen webside op http : //www.vlafo.be/koc/.
Aanpassingen aan het besluit
Op 19 juli 2002 is het besluit op enkele plaatsen bijgestuurd. Deze aanpassingen vormen een eerste oplossing voor enkele knelpunten die in de eerste zes maanden van uitvoering naar boven gekomen zijn.
De aanpassingen zijn op te delen in twee soorten. De eerste soort zijn de aanpassingen betreffende hulpmiddelen en hun respectievelijke refertebedrag. De tweede soort zijn de meer algemene aanpassingen aan het besluit.
Aanpassingen van de refertelijst.
Aanpassing refertbedragen.
Het was noodzakelijk om een aantal refertebedragen aan de passen. Twee dezelfde hulpmiddelen of aanpassingen hadden binnen verschillende interventieniveau's , functiebeperkingen en functioneringsdomeinen een ander bedrag :
-Het refertbedrag voor het in hoogte verstelbaar werkvak werd gelijkgesteld op 839 euro. Vroeger was er immers een verschil tussen de bedragen onder aanvulling en vervanging onderste ledematen enerzijds (825 euro) en aanvulling bovenste ledematen anderzijds (839 euro). Dit verschil werd genoodzaakt door een foutief indexbedrag als basis te gebruiken.
-Ook voor meerkosten draagbare computer bestond er binnen de refertelijst een ongelijkheid. Voor aanvulling en vervanging bovenste ledematen en aanvulling en vervanging zicht was telkens van 839 euro. Voor dezelfde aanpassing werd onder aanvulling en vervanging spraak was slechts 744 euro voorzien. Het bedrag werd gelijkgesteld op 839 euro.
In de refertelijst bestond ook een verschil tussen de verschillende bedragen en het maximumbedrag voor aanpassingen aan een bestaand bed. Het maximumbedrag was 504 euro voor vier elektrisch regelbare gedeeltes (hoofd-, rug-, bovenbeen- en onderbeengedeelte) die telkens 124 euro bedroegen. Het maximumbedrag werd aangepast tot 500 euro. Het bedrag voor elk elektrisch regelbaar gedeelte werd opgetrokken tot 125 euro.
Om de gemeenschapsmiddelen zo efficiënt mogelijk te besteden en toch iedereen de mogelijkheid te geven om zijn woning aan te passen, werd het bedrag voor aanpassing woning opgesplitst per ruimte van de woning. Vroeger kreeg de persoon met een handicap ook voor kleine verbouwingen een bedrag van 10354 euro toegekend. Nu zijn er verschillende kleinere bedragen voor d verschillende ruimten binnen de woning voorzien. De aanpassing die doorgevoerd werd behoudt echter de rechter van de persoon met een handicap.
Voor het aanpassen van de toegang van de woning en de woning en de garage wordt telkens een bedrag voorzien van 1294 euro. Voor aanpas-
singen aan de leefruimte (keuken en living), badkamer, toilet, slaap-
kamer en de circulatieomgeving (o.a. gang) worden bedragen van 2588
euro voorzien.
Uitbreiding van de refertelijst.
Er zijn ook een aantal nieuwe zaken toegevoegd aan de refertelijst. Het gaat om hulpmiddelen of aanpassingen die opgenomen waren in de oude regelgeving, maar niet meer voorzien werden binnen de nieuwe regel-geving. Het gaat om volgende hulpmiddelen of aanpassingen :
-Schermuitleesprogramma's. Een schermuitleesprogramma is een softwarepakket dat blinden en slechtzienden toelaat om in een Windowsomgeving te werken. Ze kunnen opgesplitst worden in twee soorten. Enerzijds zijn er 'basis' programma's. De mogelijkheden bij deze programma's zijn iets beperkter maar zeker voldoende voor de doorsnee gebruiker. Hiervoor wordt een bedrag voorzien van 1055 euro. Anderzijds zijn er uitgebreide programma's. Deze programma's kunnen bijvoorbeeld aangesloten worden op boekhoudprogramma's. Ze kunnen ook aanvullend geprogrammeerd worden zodat ze nog beter aan de eisen van de gebruiker kunnen voldoen. Personen die intensiever gebruik maken van een computer hebben dus een groter voordeel met de uitgebreide schermuitleesprogramma's. Voor deze pakketten is een refertebedrag van 1948 euro voorzien.
- Aangepaste werktafels.
Er zijn twee soorten aangepaste werktafels. Personen met een visuele
handicap of een handicap aan de bovenste ledematen kunnen in aan- merking komen voor een bedrag van 377 euro. Dit hulpmiddel werd eerst niet voorzien in de refertelijst. Eerder was wel al de aangepaste werktafel voor personen met vervanging van de onderste ledematen in de refertelijst opgenomen. Voor deze aangepaste, onderrijdbare ergonomische tafel of bureau wordt een refertebedrag opgetrokkken tot 441 euro. De tussenkomst was vroeger beperkt tot 310 euro.
-Huntingtonzetel. Personen die lijden aan de ziekte van Huntington zijn best geholpen met de Huntingtonzetel. Een gewone elektroniche relaxzetel is voor hen dikwijls niet de meest geschikte oplossing. In de oude regelgeving kon deze zetel aangevraagd worden. Binnen de nieuwe regelgeving kon dit niet meer. Om te vermijden dat mensen steeds langs de Bijzondere Bijstandscommissie moeten passeren wordt de Huntington-zetel terug opgenomen in de refertelijst. Er is een bedrag voorzien van 555 euro.
Uitsluiting van GSM-toestellen.
Door de aanpassing van de regelgeving werd ook één hulpmiddel expliciet uitgesloten. Het gaat hier om GSM-toestellen. Het Vlaams Fonds kan enkel tussenkomen voor zaken die een meerkost vormen voor de persoon met een handicap ten opzichte van een valide persoon. Een GSM-toestel is ondertussen zo gemeengoed geworden dat het niet langer als een meerkost kan beschouwd worden.
Algemene en inhoudelijke aanpassingen aan de regelgeving.
Herinvoering van jaarlijkse indexering.
In het Besluit van 13 juli 2001 was geen automatische jaarlijks indexatie opgenomen. Dit wordt opnieuw ingevoerd. De refertelijst wordt dus opnieuw jaarlijks geondexeerd. Dit zal een eerste keer gebeuren op 1 januari 2003.
Herinvoering van de aankoop met terugwerkende kracht.
In de oude regelgeving was het moeilijk om voor hulpmiddelen die aangekocht werden tot één jaar voor de aanvraag, een tussenkomst te vragen. In het Besluit van 13 juli 2002 werd dit niet meer voorzien. In de nieuwe regelgeving wordt er van uitgegaan dat de persoon met een handicap eerst advies moet aanvragen voor hij / zij overgaat tot het aankopen van een hulpmiddel. Op basis van dat advies kan de betrokken persoon het voor hem meest geschikte hulpmiddel kiezen.
De idee waarbij eerste advies gevraagd wordt blijft bestaan. Niet iedereen is echter op de hoogte van een eventuele tussenkomst van het Vlaams Fonds. Om deze mensen niet te benadelen omwille van hun onwetendheid wordt hierop een uitzondering voorzien. Personen die voor de eerste keer een aanvraag voor hulpmiddelen of aanpassingen doen kunnen facturen tot één jaar voor de aanvraagdatum.
Herformulering van mogelijkheid tot herziening.
In het Besluit van 13 juli 2001 kon een herziening aangevraagd worden wanneer zich een "ingrijpende wijziging in de toestand van de aanvrager of van zijn omgeving voordeed". Deze bepaling is te vaag en ook te beperkend. Een herziening kan nu aangevraagd worden "als de behoefte uit de handicap voortvloeit of de toestand van de aanvrager of zijn omgeving wijzigt". Dit houdt in dat meer situaties aanleiding kunnen geven tot een herziening.
Expliciteren van de rol van de Bijzondere Bijstandscommissie (BBC).
Voor elektronische rolstoelen doet het Vlaams Fonds, boven op de inspanningen die het RIZIV op dit vlak doet, een extra inspanning.
Het Fonds regelt dit via drie trappen. Er is een tegemoetkoming van 7.567 euro voor rolstoelen die nodig zijn in het kader van de sociale integratie van de persoon met een handicap. Wanneer daarbij ook nog uitgesproken houdingsafwijkingen zijn of de persoon onmogelijk of zeer moeilijk van zijn bovenste ledematen wordt de tegemoetkoming opgetrokken tot 12.611 euro. Als derde stap is er een tussenkomst voor het factuurbedrag via de BBC wanneer sprake is van een zorgbehoefte die niet gedekt wordt in de eerste twee stappen. Deze laatste stap was echter in het besluit niet expliciet genoeg weergegeven. Getuige hiervan zijn de acties van de personen met een handicap.
Om optimaal te garanderen dat een vraag die gesteld wordt vanuit het multidisciplinair team en de persoon met een handicap, wordt voorgelegd aan de beslissende instantie, dient een explicitering van de rol van de BBC in het besluit opgenomen te worden. Daarom wordt expliciet in het besluit vermeld dat wanneer uit het overleg tussen de persoon en het team in het multidisciplinair verslag blijkt dat een type rolstoel is die meer dan 12.611
euro kost, deze vraag ter beslissing aan de BBC voorgelegd wordt.
Overgangsmaatregel voor incontinentiemateriaal.
Wie vroeger in een instelling verbleef kwam slechts in aanmerking voor incontinentiemateriaal voor het laagste bedrag. De verblijfsvoorwaarde voor het vaststellen van de tussenkomst bestaat niet meer. Nu wordt er gekeken of de persoon dag- en nachtincontinent of enkel nachtincontinent is. Veel mensen die in een instelling verblijven en dag- en nachtincontinent zijn, kunnen daarom een hogere tussenkomst krijgen. Het probleem was echter dat er om deze reden vanuit d instellingen massaal incontinentiemateriaal aangevraagd werd. Dit leidde tot opstoppingen bij de multidisciplinaire teams. Daarom moest voor deze groep van mensen een oplossing gevonden worden.
Iemand die ooit al een beslissing gekregen heeft voor incontinentie-materiaal kan hierop een aansluitende beslissing krijgen. Hierbij worden de nieuwe bedragen toegekend. Voorwaarde is wel dat de aanvraag enkel om incontinentiemateriaal gaat en dat de persoon een attest bijvoegt waarin aangegeven wordt of men dag- en nachtincontinent dan wel enkel nachtincontinent is. Wordt er nog een ander hulpmiddel aangevraagd dan zal een bijstandskorf opgemaakt worden.
Tot zover de informatie die in de uiteenzetting zat vervat.
VOOR MEER INFO. NEEM CONTACT OP MET DE DIENST MAATSCHAPPELIJK WERK VAN JE ZIEKENFONDS.
Verder zijn wij te weten gekomen dat Ignas, een bijeenkomst zoals de onze, zo interessant heeft gevonden, dat hij er bij zijn collega directeuren heeft op aangedrongen om elk jaar toch zo een paar bijeenkomsten bij te wonen.